De Altviool

De altviool is het oudste lid van de vioolfamilie en is iets groter dan de viool.

De altviool werd rond 1530 voor het eerst vervaardigd in Italië, maar de oudste bewaarde exemplaren komen uit het einde van de 16e eeuw.

Deze werden gemaakt door Andrea Amati en Gasparo da Salò. De moderne altviool heeft een totale lengte van 41 a 42,5 cm, maar in die tijd werden er ook altviolen met een totale lengte van 47 cm gemaakt. Deze waren dan bedoeld om ondersteunende muzikale lijnen te spelen, maar waren voor technische stukken totaal ongeschikt. In de loop van de tijd verdwenen deze grote altviolen dan ook en maakten plaats voor de kleinere versie.

De altviool is lange tijd niet ingezet als solo-instrument.

Zo is er in de barok weinig altvioolmuziek geschreven en ook in de klassieke periode zijn niet bijster veel altvioolstukken te vinden. Pas eind van deze klassieke periode en in de 19e eeuw wordt de altviool ontdekt als solo-instrument.

Opvallend is wel dat veel bekende componisten graag de altviool bespeelden.

Denk bijvoorbeeld aan Bach, Mozart en Haydn. Beethoven speelde de altviool zelfs een tijd als bijbaantje om in levensonderhoud te voorzien.

Door de grotere afmeting van de altviool is het een technisch lastig instrument om onder de knie te krijgen.

Bovendien zorgen de verschillende afmetingen ervan voor veel verschil in klank per instrument. Dit zorgt er echter wel voor dat de altviool een uniek geluid heeft die veel mogelijkheden biedt en waar veel mooie muziek uit voortgekomen is.

 

Geen Resultaten Gevonden

De pagina die u zocht kon niet gevonden worden. Probeer uw zoekopdracht te verfijnen of gebruik de bovenstaande navigatie om deze post te vinden.