Zit je viool niet optimaal in balans op je schouder?
Heb je wel eens pijn in je nek bij (of na) het spelen?
Twijfel je soms of je wel de juiste kinsteun hebt?
Veel strijkers gaan naar aanleiding van ergonomische problemen experimenteren met hun schoudersteun. Vaak wordt de kinsteun (ook wel kinhouder genoemd) hierbij vergeten.
De kinsteun vervult een belangrijke rol in je spelcomfort en er is heel veel winst te behalen met het uitzoeken van een goede kinhouder.
Als je op Google kijkt naar ‘chinrest’ zie je dat de mogelijkheden haast niet overzien zijn. Je kunt de meest vreemde constructies vinden. Zo zie je hierboven een kinsteun voor de kat z’n viool ;).
Maar… hoe vind je nu je ideale kinsteun?
In dit artikel geef ik je zes stappen die belangrijk zijn bij het selecteren van je kinsteun…
Stap 1: De juiste plaats van je kinsteun onder je kin
De naam ‘kinsteun’ is een beetje misleidend, want wat de kinsteun daadwerkelijk ondersteunt is niet (alleen) je kin… maar vooral je linkerkaaklijn.
Zie de foto hier rechts, waarbij het steunpunt rood gearceerd is.
Het meisje op de foto heeft haar kinsteun relatief veel onder haar kin en relatief weinig onder haar linkerkaak.
Je duwt dus NIET met kracht met je kin op de kinsteun om de viool maar niet te laten vallen (in tegenstelling tot wat veel beginners denken/doen).
Je laat het gewicht van je hoofd rusten op de linkerkaak, waardoor de viool ‘als vanzelf’ in de juiste positie blijft.
Het is hierbij niet eens nodig de viool vast te houden: je linkerarm is helemaal vrij!
Om dit te bereiken dien je rekening te houden met…
Stap 2: De juiste plaats van je kinsteun op je viool of altviool
Zit je kinsteun in je vioolhouding niet onder de juiste plaats van je kaak?
Neem dan geen geforceerde houding aan, maar kies een kinsteun die op de juiste plaats op je viool zit.
Heb je je kaak en kin vooral links van het staartstuk? Kies dan voor een Guarneri, Hill, Dresden of een Wiener kinsteun die links van het staartstuk zitten.
Op de foto zie je van links naar rechts: Guarneri, Hill en Wiener.
Hierbij kun je kiezen of je wilt dat er zoals bij de Guarneri nog een stuk over het staartstuk gaat, zoals bij de Wiener een klein stukje of zoals bij de Hill helemaal niet.
Als je kinsteun links van staartstuk zit, betekent dit dat je hoofd meer naar links moet of je viool meer naar rechts op je schouder.
Heb je je kin iets boven het staartstuk, maar zit je linkerkaak vooral links van het staartstuk? Kies dan voor een kinsteun die voor een deel boven het staartstuk zit, zoals de Arcus (ja, die van de carbon fiber strijkstokken!), de Wittner(links) of de Teka kinsteunen.
Op de foto zie je van links naar rechts de Arcus, de Wittner links (in de verpakking) en de Teka kinsteunen.
Heb je je kin haast rechts van het staartstuk en je kaaklijn links en boven het staartstuk?
Kies dan een kinhouder die in het midden van de viool boven het staartstuk zit, zoals de Wittner (midden) of de Flesch kinsteun.
Op de foto zie je links de Wittner en rechts de Flesch.
Veel volwassen beginners vinden een kinsteun in het midden erg prettig, omdat ze niet gewend zijn hun hoofd veel naar links te draaien.
Hoe kom je erachter waar je kin zit in de vioolhouding?
- Ga eens voor de spiegel staan.
- Zet je viool op je schouder zoals je gewend bent of zoals je geleerd hebt.
- Kijk waar je linkerkaak en kin van nature terecht komen.
- Herhaal dit en observeer.
- Beoordeel of je kinsteun op de juiste plaats van je viool zit.
Stap 3: De juiste vorm van je kinsteun
Je kinhouder moet goed aansluiten met de vorm van de kaaklijn. Als dit niet het geval is, kan de kinsteun wegglijden of juist nare drukpunten en plekken veroorzaken.
Een flinke vioolvlek is absoluut geen teken dat je goed en hard hebt gestudeerd. Het kan een teken zijn van slechte steunen en te veel spanning in je vioolhouding. Een beperkte vioolvlek of geen vioolvlek kan een teken zijn van studeren met een goede ontspannen houding en goed afgestelde steunen.
Prikt je huidige kinsteun in je huid? Krijg je er een nare vlek of verwonding van? Dan is je kinsteun waarschijnlijk op de verkeerde manier of te veel gewelfd.
Mensen met een wat minder geprononceerde kaaklijn, komen vaak uit bij een wat vlakkere minder gewelfde (lees: vlakkere) kinsteun.
Relatief vlakke kinsteunen: Wittner (midden), Wittner (links), Teka (matig gewelfd), Dresden, Wiener en Hill.
Glijdt je viool steeds onder je kin vandaan? Lijk je geen grip te krijgen op je steun? Vaak kan een welving in je kinsteun achter je kaak ervoor zorgen dat de viool als vanzelf blijft ‘hangen’ achter je kaak. Dit kan veel ondersteuning bieden bij het zoeken naar de juiste vioolhouding.
Mensen met een wat geprononceerde of duidelijke kaaklijn, vinden vaak een kinsteun met een welving achter die kaaklijn prettig.
Relatief gewelfde kinsteunen: Flesch, Arcus en Guarneri, eventueel nog: Teka (matig gewelfd).
Stap 4: De juiste hoogte van je kinsteun
Als je naar een uitvoering van een amateurorkest gaat, zul je de meest vreemde constructies zien in kinsteunen en schoudersteunen. Vooral zijn constructies te zien waarin schoudersteunen met allerlei extra hulpstukken worden opgehoogd.
Ik begrijp goed waarom iemand zijn/haar schoudersteun ophoogt: het stuk tussen je schouder en je kaak wordt meer opgevuld, waardoor je minder met je hoofd naar links en naar beneden hoeft te buigen. Dit zorgt ervoor dat je hals minder wordt belast.
Een hoge schoudersteun betekent echter ook een hoge positie van je viool of altviool. Een hoge positie van je viool of altviool betekent dat je met je rechterarm (waar je je strijkstok houdt) boven je schouder uit moet liften. Dit betekent veel onnodige spanning in je rechterarm en schouder, wat weer tot blessures kan leiden.
Als je je hals wat wilt ontlasten, blijf dan niet eeuwig je schoudersteun ophogen. Dit kan tot een blessure rechts leiden! Kies in plaats daarvan voor een wat hogere schoudersteun of… verhoog zelf je kinhouder met een stukje kurk.
Zo verhoog je ZELF je kinsteun:
- Als je thuis een lekker wijntje hebt gedronken, bewaar dan de kurk van de fles.
- Snij een stukje kurk van de kurk, zodat je een rond vlakje krijgt.
- Snij verschillende hoogtes vlakjes kurk.
- Schroef je kinsteun iets los met een sleuteltje en plaats het stukje kurk tussen het bovenblad van je viool en je kinsteun.
- Experimenteer met verschillende hoogtes kurk, totdat je de ideale hoogte van je kinsteun hebt bereikt.
- Snij twee rondjes kurk van gelijke hoogte, gezien je kinsteun op twee punten rust.
- Experimenteer hiermee en kies eventueel later een kinsteun die van zichzelf wat hoger is.
NB: Ik ben niet aansprakelijk voor schade aan je instrument of toebehoren door in beschonken of onoplettende toestand je kinsteun op te hogen met kurk ;).
Wittner heeft de in hoogte verstelbare Augsburg kinsteun op de markt gebracht.
Stap 5: Het juiste materiaal van je kinsteun
Krijg je weleens geïrriteerde plekken in je nek van de kinsteun? Dit kan komen door het hout of door de metalen bevestigingsconstructie van het de kinsteun.
Als je hier last van hebt, kies dan voor een kinsteun die van kunststof gemaakt is en waarbij de bevestigingsconstructie ook door kunstof is omgeven. Een voorbeeld hiervan zijn de Wittner kinsteunen.
Heb je nu een gladde plastic kinsteun? Deze absorbeert geen zweet en kan hierdoor irritatie veroorzaken. Kies voor een ebbenhouten kinsteun, die zweet meer absorbeert en meer ademt.
Stap 6: De juiste combinatie van kinsteun en schoudersteun
Als heb je ’s wereld meest geweldige kinsteun… als je schoudersteun (of schouderkussen?) niet goed is, zul je nog steeds niet comfortabel en ontspannen kunnen spelen.
De kinsteun en schoudersteun werken samen om ervoor te zorgen dat de ruimte tussen je schouder en je nek opgevuld worden. Beide dienen ze zo goed mogelijk aan te sluiten met je lichaam.
Dezelfde kinsteun en schoudersteun als je docent? Of niet?
Sommige docenten beweren dat al hun leerlingen precies hetzelfde type kinsteun en schoudersteun moeten hebben. Reden hiervan is dat de docent deze types zelf (persoonlijk) prettig vindt en dat die aansluiten bij het unieke lichaam van deze docent.
Ik ben het daar niet mee eens. Iedereen heeft een ander lichaam en iedereen dient te zoeken naar de kinsteun en en schoudersteun die bij zijn/haar lichaamsvorm passen.
Natuurlijk spelen de leerlingen van één docent allemaal met ongeveer dezelfde vioolhouding en zullen ze daardoor vaak uitkomen bij ongeveer dezelfde steunen.
Altijd moet opgelet worden of de leerling steunen heeft die zijn/haar lichaam passen en dit kan afwijken wat de docent zelf voor zijn/haar lichaam prettig vindt.