Viooldocenten zeggen weleens vreemde dingen. Soms krijg je wellicht een instructie waar je helemaal niets wijs uit wordt.
Waarom doen docenten dit?
Vioolspelen is een combinatie van een aantal zeer complexe en subtiele bewegingen. Het is allemaal niet exact uit te leggen hoe sommige dingen gebeuren. Niet alles kun je laten zien en op de millimeter bepalen. Daar is het simpelweg te complex en te subtiel voor. Er zit meer aan een beweging dan wat zichtbaar is (zoals druk, intentie, spanning en dosering).
Om dit soort dingen toch aan iemand aan te leren, worden soms woorden gebruikt die tot de verbeelding spreken en door het voorstellen van iets kun je motoriek op subtiel niveau dan weer iets anders doen.
Het is minder vaag dan het lijkt. Het is gewoon een manier om te zorgen dat de leerling doet wat de bedoeling is als dat met een analytische aanpak niet meer uit te leggen is. Vaak is het wel uit te leggen, maar niet op dat subtiele niveau, wat juist het verschil kan maken.
Het gaat vaak niet alleen om de beweging, maar ook om de intentie, bepaalde combinatie van spanning, druk en dosering.
In het beginstadium van je lessen (eerste jaren) komen dit soort vage dingen wat minder voor, maar hoe verder je komt, hoe vager het wordt ;). Concrete dingen als ‘pink rond’ en ‘stok recht’ ben je dan voorbij.
1) Strijk luchtiger (alsof er lucht tussen je stok en de snaar zit…)
Laten we beginnen met bepalen wat NIET luchtig is… en het heeft niets met taart te maken.
Als je veel druk gebruikt in je streek, demp je op een gegeven moment de toon en klinkt het wat ‘geknepen’.
Als je een ontspannen streek hebt, de streekwisseling vloeiend maakt met de beweging in je pols en vingers en de toon niet dooddrukt, komt de klank meer vrij en klinkt het voller, zit er meer resonantie in en is het ‘luchtig’ ten opzichte van de ‘geknepen’ toon.
2) Stel je de streek voor als een ronde beweging (wat hij niet is)
Je strijkstok gaat heen en weer. Je snaar trilt zelfs de andere kant op met opstreek of afstreek. Je moet de snaar bij een streekwisseling dus stoppen en de andere kan op laten beweging. Onhoorbare streekwisselingen is iets moois om naar de streven, maar is fysiek onmogelijk.
De verticale beweging van het strijken heeft niet veel te maken met de beweging die je maakt als je in een pan soep staat te roeren. Toch gebruik ik zelf vaak deze vergelijking. De afstreek en opstreek moeten vloeiend in elkaar overgaan en de toon moet niet te veel gedempt worden bij de streekwisseling. Dit doe je door een soepele beweging te maken.
Met de opstreek bereid je alvast de afstreek voor (elleboog gaat naar beneden). Met de afstreek bereid je alvast de opstreek voor (elleboog gaat naar boven). Zo maakt je elleboog een subtiele acht in de lucht. Met subtiel bedoel ik dat je niet grote bewegingen maakt en met je arm staat te maaien, want dit werkt de klank juist tegen.
Hiermee maak je toch vloeiende en ronde bewegingen die de klank bevorderen.
3) Maak een warmere vollere klank (hoe dan???)
Helaas zitten er geen kant-en-klare knoppen op de viool om de klank te veranderen. Wel heb je de klank grotendeels onder controle.
Je kunt een warme volle klank bereiken door:
- Compact te strijken (relatief weinig stok gebruiken, niet ineens al je kruit verschieten)
- Niet vegerig te strijken, dus gewicht door je wijsvinger in de strijkstok overbrengen, stevige klank produceren
- Vloeiend te strijken, waardoor de toon vol wordt, veel resonantie (zie vorige paragraaf)
- Een mooi vol vibrato te gebruiken (wellicht wat breder en langzamer)
- De intentie te hebben een warme volle klank te maken… door je goed te concentreren hierop verander je automatisch wat in je motoriek… je hersenen sturen immers je handen aan, dus voorstellingsvermogen is heel belangrijk bij het musiceren (in veel opzichten)
Speel met deze factoren en probeer eens wat dingen uit. Dat is het proces van klankvorming. Er is geen standaard recept, maar je moet de ingrediënten naar smaak toevoegen. Is dat misschien waarom veel musici van koken houden? (of van lekker eten, zoals in mijn geval)
4) Stel bij dit stuk een ‘vul een willekeurige setting of emotie in’ voor (wat moet je met dat verhaal?)
Voorstellingsvermogen is enorm belangrijk voor:
- Klank (kleur van je toon)
- Intonatie (zuiver spelen)
- Interpretatie van een stuk (verhaal vertellen)
- Expressie (emotie overbrengen)
- Het overkomen van technische problemen
- Het uit het hoofd leren van stukken
- Eigenlijk alles!
Het klinkt vaag, maar dat is het niet. Je hersenen sturen je bewegingen aan. Als je gestrest bent, zijn je spieren gespannen. Wat er in je hoofd gebeurt, bepaalt hoe je beweegt. In muziek is dit een belangrijke tool. Je kunt het in je voordeel gebruiken.
5) Breng de energie door in je strijkstok/vingers/hand/arm (welke energie? hoeveel joules precies?)
Energie is een vaag begrip. Is het kracht, beweging, druk of…? Het is inderdaad iets wat je met je spieren en je bewegingen doet. Het heeft ook met dosering te maken.
Om op een ontspannen manier een grote klank te bereiken, dien je krachtige gecontroleerde en vloeiende bewegingen te maken.
De strijkstok kun je zien als een verlengstuk van je wijsvinger. Bij het strijken stuur je als het ware met je wijsvinger. Ook breng je gewicht over door je wijsvinger. Je arm leunt als het ware op je wijsvinger.
We noemen dit vaak druk, maar dat is een misleidend begrip. Je kunt gewicht overbrengen op een ontspannen manier. Druk (zeker van bovenaf met een hoge elleboog) kan de klank dooddrukken.
Wil je meer weten over het onderwerp ‘gewicht en druk’ om op een ontspannen manier te spelen en een mooie klank te maken op je viool of altviool? Volg dan mijn gratis workshop ‘Weight vs Pressure’. De workshop is online in je eigen tijd te volgen. Klik hier om je aan te melden.
Zorg dat je snapt wat je docent bedoelt en dat je het kan toepassen
Soms vinden mensen het eng om door te vragen als ze iets niet snappen of niet kunnen toepassen. Leerlingen voelen zich dan (onterecht) dom en laten het erbij.
Zowel voor de leerling als de docent is het veel leuker en nuttiger, als het overbrengen een beetje lukt.
Vraag altijd door totdat je echt goed begrijpt wat er wordt bedoeld en echt in staat bent om het toe te passen. Liever dat het wat langer duurt en dat je er echt iets aan hebt, dan dat je de opmerking langs je heen laat gaan.
Ben je niet zeker of je iets begrijpt? Leg het dan in je eigen woorden uit en check of dit inderdaad is wat de docent bedoelt.
Jonge leerlingen laat ik vaak juf spelen… Ze moeten mij dan de nieuwe stof uitleggen. Zo check ik of ze het goed snappen en voor henzelf begrijpen ze het beter en beklijft het beter door het uit te leggen.