Wat is een centenbak?
Een centenbak is een doorgezakte linkerhand bij het viool of altviool spelen. Je ondersteunt hierbij de hals van de viool met je handpalm. De viool leunt in je handpalm. Het is een natuurlijke reactie om de viool vast te houden en niet te laten vallen.
Waarom heet het een centenbak?
Dat is een grapje. Als je linkerhand doorzakt, lijkt het alsof je je hand ophoudt om geld te ontvangen. Als je op straat speelt kun je beter je vioolkoffer open voor je neerleggen ;).
Wat is er verkeerd aan?
Je kunt denken ‘nou en?’. Waarom kun je beter geen centenbak hebben? Ik leg het in vier punten uit.
1) Een centenbak zorgt voor een instabiele intonatie.
Dit betekent dat je niet met zekerheid zuivere noten kan pakken. De noten die je pakt zijn afhankelijk hoe de hals van de viool in je hand valt en niet afhankelijk van het vinden van de juiste plek op de toets. Daarnaast kun je er moeilijker bij als je hand ingezakt is.
2) Een centenbak knelt je pols af.
Je hebt ten eerste te veel gewicht in je hand. Ten tweede wordt je pols moe, doordat deze niet recht is. Je knelt zo pezen en de doorbloeding af. Hierdoor ontstaat risico op een blessure op langere termijn en op kortere termijn een moe gevoel in je arm of pols.
3) Vibrato is moeilijk met een centenbak.
Je hand kan niet vrij heen en weer bewegen. Vibrato zal dus moeilijker zijn om aan te leren en op langere termijn heb je minder mogelijkheden. Minder mogelijkheden wil zeggen dat je minder soorten vibrato kan uitvoeren.
4) Positiespel is moeilijker met een centenbak.
Als de hals van je viool in je hand leunt, is het moeilijker te schuiven naar hogere posities. Je hand houdt dit namelijk tegen. Je zult dus bij een positiewisseling de houding van je hand en arm flink moeten wijzigen. Dit zorgt weer voor een instabiele positiewisseling: de kans om de juiste noten te raken is kleiner.
In de volksmuziek zijn tradities waarbij juist wel met een centenbak wordt gespeeld.
Werkt dat voor je en kun je alles doen wat je wilt? Prima! Het kan zijn dat je op langere termijn een beperking in je techniek ervaart of pijn- danwel vermoeidheidsklachten. Op dat moment is het nuttig om hier eens naar te kijken.
Hoe moet het dan wel?
Je onderarm moet richting je pols, hand en pink een mooie vloeiende rechte lijn vormen zonder rare hoeken (zie foto).
Je viool of altviool balanceert op je sleutelbeen en op je linkerhand. Je ondersteunt de viool of altviool dus met je linkerhand, maar draagt deze niet met je linkerhand.
Het is een misverstand dat je de viool tussen kaak en schouder moet klemmen. Dit verhoogt het risico op blessures. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat je intonatie stabieler is als je de viool iets ondersteunt met je linkerhand.
Giving hand
In sommige methodiek boeken wordt een iets gebogen hand uitgelegd (zie foto). Kato Havas noemt dit in haar boeken de ‘giving hand’. Dit is een lichte buiging van je pols en is niet hetzelfde als een centenbak. De principes rondom deze houding zijn hetzelfde als rondom de rechte houding van de pols zoals hierboven beschreven.
Wat denk jij hiervan?
Is dit artikel oud nieuws voor je, herken je de centenbak, is het nuttig of heb je iets aan te vullen? Wat zijn jouw ervaringen? Laat het hier weten in het commentaar (zie onder)!