Waar de strijkstok nu haast belangrijker is dan de viool, gooiden de 17e eeuwse fiedelaars hun versleten stok weg na gebruik
Vaak wordt er over het hoofd gezien hoe belangrijk de strijkstok is
Als men een violist met een zanger vergelijkt, is de viool zijn longen en de strijkstok is zijn stem en mond. Toch werd er niet altijd zo over de strijkstok gedacht. Er zijn zelfs tijden geweest waarin de strijkstok zomaar werd weggegooid wanneer deze een beetje versleten was.
De strijkstok heeft er ook niet altijd hetzelfde uitgezien.
Door de jaren heen is er veel veranderd en aangepast, wat heeft geleid tot de strijkstok waarmee je nu speelt. Ik neem je in dit artikel graag mee in de rijke geschiedenis van de strijkstok.
Tot 1600
Waarschijnlijk zijn strijkstokken van de eerste violen ongeveer gelijk aan de strijkstokken van de voorgangers van de viool: de rebec, de lira da braccio en de renaissance fiddle. De strijkstokken uit deze periode hadden een karakteristieke vorm. Ze waren gebogen als de boog van een pijl en boog, wat mogelijk ook de oorsprong is van de strijkstok. Het verschilde per stok hoever deze gebogen was, hoe het haar precies vastzat en hoe lang de strijkstok was. In de periode hierna zijn strijkstokken steeds rechter geworden, totdat ze uiteindelijk de andere kant op bogen zoals we tegenwoordig de moderne strijkstok kennen. Helaas zijn weinig strijkstokken uit deze periode bewaard gebleven.
In deze tijd was het gebruikelijk een versleten strijkstok weg te gooien en te vervangen door een nieuwe
Omdat de strijkstokken in deze tijd ook sterk in ontwikkeling waren, was er ook steeds iets nieuws en beters te krijgen. Aan het feit dat veel strijkstokken werden weggegooid is al te merken dat de strijkstok in deze periode niet het belang had dat het nu heeft. De nadruk lag veel sterker op de viool. Bovendien was het helemaal niet hoog aangeschreven om een violist te zijn: er werden zelfs veel grappen gemaakt over de ‘fiedelaars’. Ze werden snel gezien als nutteloze flierefluiters.
Sommige strijkstokken uit deze periode waren erg lomp en willekeurig in elkaar gezet, anderen waren weer goed gebalanceerd, relatief efficiënt en zelfs elegant. Verschillende sloffen en punten werden gemaakt om ervoor te zorgen dat de stok van het haar werd gescheiden. Sommige strijkstokken hadden echter geen punt of slof. Tot het einde van de zeventiende eeuw was het niet mogelijk om het haar aan te draaien of los te draaien. Hierna werd de schroef uitgevonden en gaf dit een hele nieuwe dimensie.
1600-1650
Strijkstokken uit de vroege zeventiende eeuw zijn zeldzamer dan violen uit deze periode. De nieuwe strijkstokken die gemaakt werden, waren beter geschikt voor de veranderde muzikale en technische vereisten. De oudere strijkstokken werden overbodig, dus economisch waardeloos. Het leek niet de moeite waard ze te bewaren en in goede conditie te houden. In deze tijd was het nauwelijks duurder om een nieuwe strijkstok te kopen dan om een oude te laten repareren. Zo zul je later in dit artikel kunnen lezen dat de geperfectioneerde Tourte strijkstok uit 1780, zijn voorgangers overbodig heeft gemaakt.
De wegwerpstrijkstok
Door de wegwerpcultuur van strijkstokken, is informatie die we over strijkstokken uit begin zeventiende eeuw hebben, vooral gebaseerd op tekeningen en schilderijen. Niet zozeer op ‘echte’ strijkstokken. Aangezien de makers van de tekeningen en schilderijen geen musici waren, is het de vraag hoe betrouwbaar de weergave is.
De strijkstokken, zeker die voor het spelen van dansmuziek, waren relatief kort
Ze waren nauwelijks langer dan de viool zelf en iets meer dan de helft van de moderne strijkstok. Het haar van deze strijkstokken was dunner dan die van onze moderne strijkstokken. De knop aan het begin van de strijkstok bij de slof was een versiering of een schroef om het haar te spannen. Dat is van veel afbeeldingen niet te achterhalen. De eerste strijkstok met een schroef bestond vermoedelijk pas eind zeventiende eeuw. Het probleem met het aanspannen van het haar was dus nog niet verholpen in deze periode.
Hoewel de strijkstokken verbeterden in gewicht, flexibiliteit en stijfheid, was nog weinig gestandaardiseerd en verschilden de strijkstokken daardoor zeer sterk per maker en land. Veranderingen die plaatsvonden in deze tijd waren in het algemeen:
- de strijkstokken werden langer
- de boog werd vlakker
- betere houtsoorten werden geselecteerd (slangenhout was populair)
- de vorm van de strijkstok werd geoptimaliseerd om kracht en elasticiteit te combineren
Deze veranderingen zorgden voor:
- een betere balans
- mogelijkheid om subtielere streken te maken
- grotere variatie in toonvorming en klank
- grotere range van expressie en dynamiek
1650-1700
Verschillen tussen landen en muziekstijlen
In deze periode zien we veel verschillende soorten stokken terug die voor verschillende doeleinden werden ingezet. In Frankrijk werd een relatief rechte strijkstok gebruikt voor dansmuziek en opera. In Italië werd voor de sonate spelers een langere, rechte of naar buiten gebogen strijkstok gebruikt. Terwijl in Duitsland een meer gebogen strijkstok werd gebruikt en er veel met lengte werd gevarieerd. Vermoedelijk werd hierin geëxperimenteerd om de streken met stopjes (staccato of portato) uit te kunnen voeren.
Strijken met een Strad
Vaak wordt gedacht dat voor de uitvinding van de moderne strijkstok door Tourte alleen lompe onhandige strijkstokken werden gemaakt. Het is echter zeer onwaarschijnlijk dat als er zoveel aandacht werd besteed aan het optimaliseren van de klank van de viool door Stradivari, Stainer en Amati, de strijkstok als irrelevant werd gezien. Stradivari heeft vermoedelijk zelfs zelf een bijpassende strijkstok gemaakt bij zijn instrumenten van pernambuco hout. Dit is een houtsoort die voorheen niet gebruikelijk was voor het maken van strijkstokken, omdat er vaker slangenhout werd gebruikt.
De Stradivarius strijkstok is lichter en korter dan de moderne ‘Tourte’ strijkstok, dus heeft minder ‘momentum’, maar heeft een vergelijkbare kwaliteit van balans en respons. Het interessante is dat moderne violisten bepaalde streektechnieken gemakkelijker kunnen spelen met een Stradivari-achtige oude strijkstok dan met een moderne Tourte strijkstok. Dat geldt niet alleen in muziek van die tijd, maar ook bijvoorbeeld in Viotti, Beethoven of Mendelssohn.
Aanspannen van de strijkstok
Aan het einde van de zeventiende eeuw werd een verplaatsbare slof ontwikkeld, zoals je die kent van je moderne strijkstok. Als je de strijkstok aanspant, verplaatst de slof zich richting de schroef en wordt het haar strakker. Dat was een belangrijke ontwikkeling in de geschiedenis van de strijkstok. De bovengenoemde Stradivari strijkstok werd hier bijvoorbeeld al van voorzien. Dit betekende dat de spanning van het haar geregeld kon worden. Voorheen moest dit met een onhandige klip of met je duim tijdens het spelen. De strijkstokken in deze tijd waren niet altijd korter dan de moderne strijkstok. Er werd veel geëxperimenteerd met de lengte van de strijkstok en er werden zelfs strijkstokken gemaakt die langer waren dan de moderne strijkstok.
1700-1761
In deze periode ontwikkelde de strijkstok zich sneller de viool zelf
In het begin van deze eeuw was er nog een onderscheid tussen de eerder beschreven Italiaanse strijkstok (lang en bedoeld voor sonate spel) en de Franse strijkstok (kort en bedoeld voor dansmuziek). Dit veranderde echter vanaf 1720, omdat er een sonate school opkwam onder Franse componisten en spelers. De strijkstok werd in deze periode rechter en langer. Het uiterlijk was elegant. Sommige strijkstokken lieten al een voorbereiding zien op de buiging de andere kant op (naar binnen in plaats van naar buiten) van de Tourte strijkstok.
De punt van de strijkstok begon al langzaam kenmerken te vertonen van de moderne strijkstok ten opzichte van de ‘fluted’ barok strijkstok met de langzaam naar dun aflopende strijkstok. De Duitse strijkstokken waren echter nog steeds flink naar buiten gebogen. Deze strijkstokken waren nog niet geschikt om drie-toons of vier-toons akkoorden te spelen. Er zijn helaas geen strijkstokken bewaard gebleven van Johann Sebastian Bach, dus het is een raadsel wat voor strijkstok hij gebruikt zou hebben bij het uitvoeren van zijn vioolpartita’s, waarin veel akkoorden voorkomen.
Rond 1800: Tourte
Alle ontwikkelingen die de strijkstokken tot nu toe hadden ondergaan wezen al op de ontwikkeling van de moderne strijkstok. Deze ontwikkelingen kwamen uiteindelijk tot stand vanuit veranderende muzikale vereisten en werden aangezet door de behoeftes van violisten. Uiteindelijk was het Francois Tourte die de experimenten van andere strijkstokkenmakers heeft gebruikt om één standaard strijkstok te ontwerpen. Hij voegde alle eerdere experimenten bij elkaar, optimaliseerde het ontwerp en het proces van vervaardiging sterk. Deze strijkstok werd de standaard voor toekomstige strijkstokken tot op de dag van vandaag. Deze standaard is zelfs nog bepalender dan dat de Bett’s vioolvorm van Stradivari voor de vioolbouw is geweest (er worden immers nog steeds diverse violen gebouwd naar het ‘Guarneri’-model).
Standaard voor de strijkstok
Tourte standaardiseerde de lengte en vorm van viool-, altviool- en cellostrijkstokken en bepaalde de vorm, de hoeveelheid haar, het materiaal (pernambuc hout) en de manier waarop de strijkstok werd gemaakt. Tourte werkte hierin samen met de violist Viotti. Opvallend is dat het evenwichtspunt van de Tourte strijkstok relatief hoog ligt ten opzichte van zijn (barok) voorgangers. Tourte maakte in zijn leven ongeveer 5.000 strijkstokken die door zijn grote succes al snel werden gekopieerd door vele andere strijkstokmakers.
In 1797 vroeg de Engelse ingenieur Henry Maudslay patent aan voor de eerste efficiënte schroefdraad snijdende werkbank. Tot op dat moment waren schroeven moeilijk om te maken, waardoor ze heel duur waren en alleen betaald konden worden door rijke musici. De minder rijke musici gebruikten daarom strijkstokken met een slof waarin het haar met een klip wordt vastgehouden.
Snaren
Tourte en zijn opvolgers ontwierpen strijkstokken zodat ze pasten bij de onomwonden darmsnaren die in die tijd gebruikt werden. Wat weinig mensen weten is dat het romantische repertoire werd gespeeld op onomwonden darmsnaren. Metalen omwindingen waren nog te duur tot ongeveer 1900. Tegen die tijd begon koperdraad in massaproductie toe te nemen door de ontdekking van elektriciteit rond die tijd. De koperen draad werd daardoor gebruikt voor de lagere snaren om ze meer diepte te geven. Rond dezelfde tijd werd de kwaliteit van staal zo verbeterd dat dunne draden zo verstevigd konden worden dat ze gebruikt konden worden als E-snaar op de viool.
De nieuwe snaren waren veel zwaarder dan degene die Tourte gebruikte en vroegen dus ook om een sterkere techniek. Terwijl een darmsnaar een kracht van slechts 200 gram aankan, kan een metaal omwonden snaar een kracht van 300 gram aan. Dit was echter niet waar de Tourte strijkstok voor ontworpen was, wat erin resulteerde dat vioolspelers een ongemakkelijke en moeilijke techniek ontwikkeld hebben om te kunnen werken met de ongelijke paring van sterke snaren en zachte strijkstokken.
De strijkstok bleeft gelijk, maar de snaren en de set up van de viool veranderden. Op een gegeven moment pasten ze niet meer bij elkaar. Je zult bij geavanceerde streektechnieken met een houten strijkstok op nylonkern snaren (de set up van de meeste violisten nu) wellicht gemerkt hebben dat je allerlei ‘work arounds’ moet bedenken. Lees verder hoe dat vrij recentelijk is opgelost.
Heden
In de 19de en 20e eeuw werd grote moeite gestoken in het ontwikkelen van een sterkere strijkstok
Vuillaume ontwikkelde een strijkstok met een metalen buis, waarvan hij duizenden verkocht (zie afbeelding). Het was ook de voorkeursstrijkstok van Nicolo Paganini. Later bleken deze strijkstokken echter te fragiel, omdat de wanden ontzettend dun waren.
Toen ingenieur Bernd Müsing in de 21e eeuw dit probleem begon te onderzoeken, was het hem duidelijk dat alleen een buis van “high density carbon fiber” significante verbeteringen kon bieden. Simpelere carbon strijkstokken brachten niet de juiste elasticiteit en zorgden voor te veel hoge frequentie-demping en een saai geluid. Het ideale gewicht zou 50 gram moeten zijn, wat precies het midden is tussen de lichte strijkstokken uit de vroege 19e eeuw, waarmee Bach en Mozart hun delicate muziek konden spelen, en de zware romantische Tourte strijkstokken.
De meeste mensen denken dat houteen uitzonderlijk resonerend materiaal is…
Dat klopt echter niet. Het was slechts het enige lichte constructiemateriaal dat aanwezig was in de tijd dat de strijkinstrumenten ontwikkeld werden. Wanneer carbon fiber goed ontworpen en gemaakt wordt, kan dit een veel betere resonantie hebben dan hout. Het probleem met goedkope carbon strijkstokken is dat er veel epoxy residu wordt gebruikt en maar weinig carbon fiber. De epoxy werkt als een hoge frequentie-filter wat resulteert in een saaie klank met weinig boventonen. De Arcus strijkstokken van Bernd Müsing bevatten maar de helft van de epoxy van andere carbon strijkstokken, wat in combinatie met de holheid van de stok zorgt voor een resonantie die zelfs beter is dan de duurste strijkstok van pernambuco hout.
De meeste antieke houten strijkstokken, zijn allang verloren door gebruik en uitputting
Afgezien van dat een houten strijkstok niet meer past bij de huidige set up van de viool, slijten antieke strijkstokken. Zweet tast het hout aan, de schroeven laten het boorgat verslijten van binnenin, de metalen snaren laten deuken achter in de schachten. Het ergste is dat de continue vibraties van de stok het materiaal doen verslijten, zodat vroeg of laat de stok zal breken. Meestal breekt een stok dan bij het dunste gedeelte, direct achter de kop.
High density carbon strijkstokken
De Arcus high-density carbon fiber strijkstok is niet alleen 10 keer zo sterk, maar bovendien immuun voor veranderingen in luchtvochtigheid en het oppervlakte is krasbestendig. Ze zullen nooit buigen of hun welving verliezen. De metalen omhulsels beschermen de stok tegen de schroef en verzekeren het gemak van functionaliteit. Arcus biedt een 30 jaar lange garantie (meer mag niet van de EU), maar ze gaan ervan uit dat de stokken over honderd jaar nog steeds gebruikt worden. Tegen de tijd dat alle houten stokken gebroken zijn of veilig zijn opgeborgen in musea of privécollecties, zijn carbon fiber stokken nog altijd in topstaat.
Ergonomische problemen met streektechniek
Een bijkomend voordeel van de Arcus stokken is dat er binnen het eerste jaar van de Arcus stokproductie meerdere musici ontdekten dat de stokken blijkbaar ergonomische problemen oplosten. Het loste onder andere pijn en vermoeidheid in de duim, pols, elleboog en schouder van de rechterarm. Hierdoor werd ontdekt dat de lage vibratie van een frequentie van 50 Hz, wat bij traditionele stokken normaal is, deze problemen veroorzaakt. Het afgenomen gewicht en toegenomen stijfheid van de Arcus stokken verschuift de vibratie naar 100 Hz. Dit is een octaaf hoger en ligt ver buiten de gevaarlijke frequentiezone.
Wanneer je dus last hebt van vermoeide armen, of zelfs van pijn, tijdens lange concerten of repetities, is de kans groot dat het spelen met een boog van high density carbon fiber direct voor verlichting zorgt en de problemen oplost.
Stokken van high-density carbon fiber zijn de toekomst.
Geen enkele conventionele stok biedt dezelfde variëteit in geluid en techniek. De stok vergroot de vrijheid van interpretatie en staat spelers toe om met toegenomen precisie en helderheid te spelen. De articulatie is helder en duidelijk. De intonatie van de hoge registers is makkelijker om te bereiken door het duidelijke en transparante geluid dat de stok brengt. Het geluid van de lage snaren wordt melodieuzer en Arpeggio en het snel wisselen van snaren wordt makkelijker door de lichte en perfect gebalanceerde stokken. Zelfs col legno is geen probleem meer, omdat het oppervlakte van de stok sterker is dan de metalen omwindsels van de snaren. De stok van de toekomst zorgt dat je eindelijk op volle kracht kan spelen zonder dat je de stok of de haren beschadigt.
Bron (onder meer): ‘The history of violin playing from it’s origins to 1761′ – David D Boyden