Naast je viool kun je met bijna dezelfde techniek een prachtig instrument bespelen met een diepe warme klank: de altviool!
Altviool spelen als violist geeft je veel mogelijkheden in klank en samenspelen. Daarnaast verbeter het je vioolspel.
Violiste Isabelle van Keulen raadt al haar leerlingen naast viool altviool te spelen. Veel beroemde violisten, zoals Janine Jansen, hebben ook opnames gemaakt en concerten gegeven met de altviool.
Als altviolist ben je bijzonder: door het tekort aan goede altviolisten, kun je heel gemakkelijk terecht in een ensemble of orkest.
Heb je een orkest waar je altijd al in wilt, maar is er een wachtlijst voor violisten? Overweeg dan altviool te gaan spelen. Voor volwassen beginners die het leuk lijkt samen te spelen, is de altviool een heel goed alternatief voor de viool.
Is het niet heel moeilijk om een totaal ander instrument erbij te spelen? Is het niet verwarrend voor mijn techniek?
Integendeel! Altviool spelen zal je vioolspel ten goede doen.
Doordat je moet wennen aan andere afstanden, leer je beter intoneren (zuiver spelen). Je leert veel over streek en toonvorming, omdat je je moet aanpassen aan een instrument dat groter is en anders aanspreekt. Doordat de alt groter is en zwaarder speelt, leer je met een bepaalde lichtheid en ontspanning vioolspelen.
Klinkt goed! Maar hoe leer ik dan als violist altviool spelen?
De eerste keer dat je een altviool bespeelt, zul je direct genieten van de warme diepe klank. Wel zul je wat worstelen met het recht strijken, omdat de hoek anders is. Daarnaast is het even wennen dat je je hand verder van je af moet houden en dat je vingers verder uit elkaar staan om de juiste noten te raken.
5 Stappen om altviool te spelen naast je viool
1) Het kopen van een altviool
Bij het kiezen van een altviool, is het belangrijk dat je erachter komt welke maat geschikt voor je is. Bij een viool is 4/4 de standaard maat voor volwassen. Bij een altviool is de meest gangbare maat 16 inch. Dit betekent dat de lengte van de klankkast 16 inch is, dus 40,64 centimeter.
Heb je er moeite mee zo’n grote altviool vast te houden en de noten te raken?
Kies dan voor een wat kleinere maat. Populair is 15 inch, een klankkast lengte van 38,1 centimeter. Hou er wel rekening mee dat als je kiest voor een kleinere maat, je wat inlevert qua klank.
Klank van de altviool en de maat
De altviool heeft haar karakteristieke klank, omdat de grootte van het instrument eigenlijk te klein is voor de stemming. Een cello klinkt een octaaf lager dan een altviool, maar is in verhouding veel groter. De altviool is zo klein, omdat het anders niet mogelijk is deze als een viool te spelen. Je kunt je voorstellen dat een kleinere maat altviool dus minder diep en vol klinkt. De klank gaat dan meer naar een viool toe. Hoe groter de altviool is, hoe meer hij de volle warme klankkleur van een cello krijgt. Natuurlijk is de klank ook afhankelijk van andere factoren, zoals de dikte van de klankkast en het hout dat is gebruikt.
2) Houding en steunen
Een altviool is groter en zwaarder dan een viool. Dit levert vaak problemen op rondom de houding en de kinsteun en schoudersteun. Als altviolist is nog belangrijker dat je een goede houding hebt met balans en flexibiliteit en dat je steunen goed passen.
Veel mensen maken de fout dat ze heel erg klemmen met hun nek en schouder om de altviool op zijn plaats te houden. Hierdoor speel je op een (hoorbaar!) gespannen manier en is het risico op een blessure groot.
Het is belangrijk om de altviool gedeeltelijk te ondersteunen met je linkerhand en gedeeltelijk te laten rusten op je sleutelbeen. Hiertussen moet je balans vinden. Met een te hoge schoudersteun trekt het instrument nog meer aan je nek. Zorg ervoor dat je je altviool niet te hoog houdt, want het strijken wordt dan moeilijk en het vasthouden wordt vermoeiender. Klik hier om mijn video te zien over vioolhouding. De principes gelden ook voor altviool.
Bij het uitzoeken van steunen moet je in gedachte houden dat het 80% om je techniek (houding, ontspanning en balans) gaat en maar 20% om de juiste steunen. Mensen zijn weleens geneigd om veel tijd en geld te steken in het vinden van goede steunen, terwijl het probleem ligt bij hun houding.
3) Streektechniek
Om een altviool de volle en diepe klank te laten geven die je zo mooi vindt, zul je met meer gewicht moeten strijken dan op de viool. De tonen hebben een lagere frequentie, het instrument is groter en de snaren zijn dikker. Je hebt dus wat meer kracht nodig om de snaren in beweging te krijgen en een mooi geluid te maken. Daarom is een altvioolstrijkstok dikker en zwaarder dan een vioolstrijkstok. Het is belangrijk dat je een strijkstok hebt die je altviool gemakkelijk doet aanspreken en past bij je spel.
Bij altviool spelen is het nóg belangrijk dat je het verschil kent tussen gewicht en druk
Als je speelt met druk en geforceerd de strijkstok in de snaar duwt, druk je de klank dood en doe je onnodig moeite. Het gevolg is dat je een verstikte klank krijgt en je rechterarm snel vermoeid of zelfs geblesseerd raakt. Daarnaast krijgt je op deze manier nooit het volume waar je naar streeft.
Als je je rechterschouder en -arm ontspant en het gewicht van je arm overbrengt via je wijsvinger in de strijkstok door hierop te leunen, maak je een volle klank. Je strijkstokhouding dient hierbij iets naar links gedraaid te zijn, alsof je een sleutel naar links draait. Verder hoort je stokhouding ontspannen en flexibel te zijn, zodat de strijkstok optimaal kan resoneren en je naadloze streekwisselingen maakt.
4) Zuiver spelen op de altviool
Als je normaal goed op gehoor speelt, zal het niet moeilijk zijn om de goede noten te raken op de altviool. Je merkt het vanzelf als je niet goed zit en door dit aan te passen raak je snel gewend aan de grotere afstanden.
Speel je met stickers op de toets en niet (echt) op gehoor, dan zul je hier in het algemeen aan moeten werken. Leren spelen op gehoor is iets dat je vioolspel enorm ten goede zal doen.
4 Tips voor linkerhand techniek op de altviool
Je zult merken dat het af en toe een uitdaging is om de noten te raken, ook al kun je goed horen en corrigeren. Probeer je hand iets meer in te draaien, zodat je knokkels meer in lijn komen met de toets. Hoe minder afstand je vingers zullen moeten overbruggen, hoe makkelijker je zult spelen.
Zorg dat je je arm goed om de altviool houdt en je vinger als hamertjes van bovenaf op de snaar laat landen.
Om gemakkelijk de vierde vinger op zijn plek te kunnen zetten, kan het helpen je duim meer richting de klankkast te plaatsen. Bij het vioolspelen staat je duim wellicht tegenover de wijsvinger. Bij het altviool spelen kun je proberen je duim tegenover je middelvinger of zelfs je ringvinger te plaatsen, zodat je gemakkelijker je pink kunt plaatsen.
Het kan dat het voor jou onmogelijk is om alle vier de vingers tegelijk op de altviool te plaatsen. Als je de derde of vierde vinger plaatst, helpt het om dan de eerste en tweede vinger op te tillen. Je hand rolt als het ware van de eerste naar de vierde vinger.
5) Lezen in de C-sleutel
Altviolisten lezen in een andere sleutel: de C-sleutel. Het noten lezen ervaren violisten doorgaans als de grootste uitdaging van het altviool spelen. De noot C staat precies op het middelste lijntje van de notenbalk. Dit betekent dat de noot die je ziet zeven tonen lager is dan in de vioolsleutel. Dit kun je vertalen door de noot die je ziet een octaaf hoger en een noot lager te denken. In de afbeelding zie je de stemming van de altviool in de F-sleutel (cello en linkerhand piano), C-sleutel (altsleutel) en G-sleutel (vioolsleutel).
Zo leer je lezen in de altsleutel
Begin met een aantal hele simpele liedjes, wellicht uit een beginnersboek. Zeg tijdens het spelen hardop de nootnamen. Het is belangrijk dat je weet wat je speelt en niet alleen in grepen denkt. Speel steeds moeilijkere stukjes en blijf denken in nootnamen. Binnen twee weken kun je al heel redelijk lezen in de altsleutel.
Ga niet lezen alsof je in de derde positie op de viool speelt, want dan raak je in de toekomst alleen maar in de war.
Over het algemeen geldt: gooi jezelf in het diepe! Probeer gewoon eens altviool te spelen in een orkest of in een kwartet.