Mooi vioolspelen leer je door vloeiend te strijken met een ontspannen strijkstokhouding

In dit artikel deel ik meerdere oefeningen die je kunnen helpen bij de motoriek, souplesse en de stabilisatie om te spelen met een prachtige klank

Voorbereidende Motorische oefeningen

Met een balletje kunnen oefeningen worden gedaan om de rechterhand voor te bereiden op de strijkstokhouding en de streektechniek wat betreft kracht en motoriek. Het balletje moet zo groot zijn dat het in de handpalm past, terwijl de vingers het kunnen omvatten. Het balletje moet prettig in de hand voelen en ruim in de hand passen. Stressballetjes van het juiste formaat kunnen zeer geschikt zijn.

Neem het balletje in de rechter handpalm en maak een ring tussen de middelvinger en de duim rondom het balletje. Dit is een voorbereiding op de centrale greep van de strijkstokhouding. De wijsvinger, middelvinger en ringvinger liggen om het balletje heen en de pink is rond en raakt alleen met het topje het balletje. Extra aandacht moet geschonken worden aan de pink, omdat deze in het dagelijks gebruik zwak ontwikkeld is. Dat terwijl de pink juist zo een belangrijke functie heeft in de strijkstokhouding. De pink moet dus ‘spierballen’ krijgen.

Oefening 1: Vierkant

Hou de hand met het balletje erin op D-snaar hoogte en denk dat de stok in het midden op deze snaar zou staan. De elleboog heeft nu een hoek van 90 graden. Het vierkant, beschreven door Galamian, is nu te zien (arm, strijkstok, viool).

Draai de rechterhand met het balletje erin in het geheel van rechts naar links, alsof je met een sleutel een slot opent: pronatie en supinatie. De beweging dient uitgevoerd te worden vanuit de elleboog.

Oefening 2: Draaien

Draai nu de bal van links naar rechts door de draaiing te laten uitvoeren door de duim en pink. De andere vingers bewegen passief mee. Zet de duim en pink hierbij krachtig op het balletje.

Oefening 3: Schilderij

Maak met het balletje, dat op de boven beschreven manier in de hand gehouden wordt, sierlijke bewegingen in de lucht… alsof je met het balletje als kwast een schilderij maakt. Belangrijk hierbij is dat de beweging vanuit een losse pols komt. Voel welke bewegingen de duim en pink willen maken op het balletje. Maak ook cirkeltjes naar links en rechts met zowel een gestrekte als gebogen elleboog.

Oefening 4: Propeller

Hou het balletje hoog boven je hoofd en draai rondjes (linksom en rechtsom) vanuit je pols. Voel hierbij wat je duim en pink willen doen en overdrijf dit.

Oefening 5:  Knieën

Hou het balletje voor je in de ‘midden-stand’ en duw je vingers omlaag, zodat je knokkels meer zichtbaar worden. Trek de vingers weer in, zodat je hand weer een ontspannen ronde positie aanneemt. Denk hierbij dat het is alsof je knokkels knieën zijn die alle vier opgetrokken moeten worden.

Oefening 6: Ja en nee

Laat de hand in strijkstokhouding met het balletje erin in ellipsen verticaal ‘ja’ knikken door de pols te bewegen. Laat de hand horizontaal ‘nee’ schudden door de pols te bewegen.

Oefening 7: Kwast

Hou het balletje nu vast zoals je een kwast zou vasthouden. Maak grove schilderbewegingen (denk eerder aan een muur verven dan aan een fijn schilderij) vanuit de elleboog doorgaand in de pols. De pols is ontspannen, maakt zelf geen bewegingen, maar wordt aangestuurd door de elleboog.

Deze oefeningen kunnen, ook als je al met de strijkstok strijkt, nog weken worden volgehouden. Je hand en vingers krijgen hierdoor de nodige kracht en souplesse.

Opzetten van de strijkstokhouding

Oefening 1: Knijpen en loslaten

Knijp in de strijkstokhouding en laat dan weer los. Zo leer je welke spieren in welke positie gebruikt worden bij de streektechniek.

Oefening 2: Pink optillen

Til je pink op en zet deze weer neer. Deze oefening dient langzaam en gecontroleerd uitgevoerd te worden.

Standaard fouten bij de Strijkstokhouding

Pink

De pink is de meest verwaarloosde vinger bij de streektechniek, voortkomend uit de strijkstokhouding. Doordat de pink niet functioneert bij veel vioolleerlingen, zijn de streekwisselingen bij de slof slordig en worden veel streeksoorten waarbij de stok de snaar moet verlaten (bijvoorbeeld spiccato) nadelig beïnvloed.

Als je al vanaf het begin leert de pink krom te houden en mee te bewegen met de streek (opstreek buigen, afstreek strekken), zal dit probleem waarschijnlijk niet voorkomen.

Duim

De duim wordt de andere kant op gebogen (naar buiten ten opzichte van de hand of naar binnen) of verstijfd in de juiste positie gehouden. Hierdoor kan de duim niet op een ontspannen manier de nodige flexibiliteit bieden en tegendruk bieden voor de hand en vingers. Daarnaast zal de muis van de duim verkrampen. Dit kan op lange termijn niet alleen voor een slechtere streektechniek zorgen, maar ook voor nare blessures.

Rigide houding

Veel mensen zijn blij dat ze het eindelijk voor elkaar hebben hun hand in de strijkstokhouding te plaatsen. Door de wil in deze positie te blijven en de angst de positie los te laten, wordt de hand verkrampt. Daarnaast is een strijkstokhouding een houding die mensen psychisch en fysiek niet gewend zijn aan te nemen. De spieren zijn nog niet voldoende getraind en de hand protesteert tegen deze ‘onnatuurlijke’ houding. Door psychische en fysieke spanning zal je hand in de strijkstokhouding verkrampen.

Weinig leerlingen of amateur-musici weten hoe ze hun strijkstokhouding mee moeten laten bewegen met de streek. Velen leven in de veronderstelling dat er één manier is om de strijkstok vast te houden en dat die houding tijdens de gehele streek vastgehouden dient te worden.

Strekken van de vingers

Door spanning zal je snel de neiging hebben je vingers te strekken in plaats van rond en ontspannen op de strijkstok te houden. Hierdoor zal de strijkstokhouding rigide en stijf worden en wordt de streektechniek belemmerd.

Spreiden van de vingers

Bij de moderne strijkstokhouding zitten de vingers niet tegen elkaar, maar zijn ze licht gespreid. Vooral de wijsvinger wordt een stukje van de middelvinger af geplaatst. Het verder spreiden van de vingers dan nodig, kan tot een idee van meer controle leiden. Dat is slechts een illusie, want de strijkstokhouding wordt door het te ver spreiden van de vingers minder flexibel en zal streektechniek belemmeren.

Oefeningen voor het Stabiliseren

Oefening 1: Pink trainen

De strijkstok wordt bij het evenwichtsmidden vastgehouden met de rechterhand in de strijk- stokhouding. De strijkstok is evenwijdig met de vloer. Door de pink te strekken (niet over- strekken) wordt de punt van de strijkstok iets omhoog bewogen. Door de pink weer terug te buigen gaat de strijkstok weer terug in de startpositie. Deze oefening moet langzaam uitgevoerd worden en worden herhaald. Door deze oefening wordt de soepelheid en kracht van de pink getraind. Het gaat om de beweging en niet om hoever of hoe snel deze wordt uitgevoerd.

Oefening 2: Recht strijken

Om een idee te geven van het recht strijken wordt de linkerarm in de buiging gehouden die bij de vioolhouding vereist is. De strijkstok wordt bij de schroef vastgehouden. Het haar van de strijkstok wijst naar boven. De strijkstok wordt met het hout door de ellenboog gestreken, terwijl de strijkstok bij de schroef wordt vastgehouden. Zo leer je recht strijken te voelen zonder dat de hand in de strijkstokhouding gehouden wordt.

Oefening 3: Propeller

De strijkstok wordt met de rechterhand ver boven het hoofd gehouden in de strijkstokhouding. Door middel van het bewegen van de pols, hand en vingers tekent de punt van de strijkstok een grote cirkel in de lucht, als een propeller.

Oefening 4: Aapje

Dit is een motorische oefening met de strijkstok. Houd de strijkstok verticaal bij de slof vast zonder hulphand. Klim met je rechterhand als een aapje in de strijkstok omhoog. Als je bij de punt bent aangekomen, pakt je een kokosnoot door met je wijsvinger in de lucht te ‘grijpen’ en klimt je weer terug. De terugweg is het moeilijkst, want dan moet je als het ware de strijkstok door je hand naar boven duwen. Raak het haar van de strijkstok niet of nauwelijks aan, anders wordt het te vet.

Oefening 5: Strijken

De strijkstokhouding is niet een rigide houding, maar is continu in beweging. Vandaar dat ik hier ook een voorbereidende oefening voor het strijken beschrijf. Deze oefening kent vier varianten. Je strijkt van slof naar punt en terug… zeer langzaam. Wees je bewust van wat er met je hand en vingers gebeurt en volg de hele streekbeweging nauwkeurig.

Zoveel mogelijk stok wordt gebruikt: strijk met hele stok. Let op dat je bovenarm alleen helemaal bij de slof iets naar voren komt en naar achteren gaat. Corrigeer jezelf als je bovenarm te ver naar achteren gaat… niet vechten! In de vier varianten van deze oefening wordt je ‘gedwongen’ recht te strijken, dus zal de ellenboog ook niet snel ver naar achteren gaan.

Zet de stok bij de slof klaar en tel hardop ‘één… twee…’ bij de afstreek en volgt de beweging nauwgezet.

De oefening moet langzaam, maar ritmisch worden uitgevoerd. Zo is dit meteen een eerste ritme oefening. Zeg bij opstreek hardop afwisselend ‘pink rond’, ‘duim rond’ en ‘pols rond’.

Doordat je dit hardop zegt is het niet te vermijden dat je hierop de aandacht legt en je eigen pink, duim en pols corrigeert. Zo vanzelfsprekend is het niet, dus leer eerst om je stem met een actie te koppelen. Het is haast neuro-linguïstisch programmeren te noemen. Doordat steeds op een apart element de aandacht wordt gelegd, is het gemakkelijk te corrigeren.

Naarmate de varianten worden afgewisseld en de oefening vaker wordt gedaan, zal uiteindelijk de beweging van de combinatie van pols, pink en duim correct uitgevoerd worden.

Variant 1: Elleboog

Hou je linkerarm alsof je de viool vasthoudt. De oefening wordt moeilijker als je ook echt de viool vasthoudt. Leg een doek of een tissue in je ellenboog en doe de hierboven beschreven oefening. Je zult merken dat je hierdoor met de strijkstok door je ellenboog over de tissue of de doek heen strijkt.

Variant 2: Schouder

Leg een wc-rol of keukenrol op je schouder en blijft deze met je linkerhand vasthouden. Voer de bovenstaande oefening uit door met de strijkstok door de wc- rol heen te strijken. De voorbereidende houding is met de rechterhand bijna op de schouder.

Het voordeel van een keukenrol is dat deze langer is dan een wc-rol en dat je dus ‘gedwongen’ wordt om preciezer recht te strijken. Het voordeel van een wc-rol is dat deze gemakkelijker te hanteren is.

Variant 3: Hand

Hou een wc-rol in de linkerhand op de plaats waar normaal de strijkstok over de vioolsnaren zou gaan in de richting van de streek. Voer de bovenstaande oefening uit door met de strijkstok door de wc-rol in je linkerhand te strijken.

Variant 4: Viool

De laatste variant van deze oefening is strijken op de viool. Het beste is hierbij op de D-snaar te beginnen, gezien dat de meest neutrale houding is voor de rechterhand.

Oefening 6: Wapperen

Zeker als je de neiging hebt om te knijpen is het goed een oefening te doen om de hand los te maken. Bouw met behulp van een hulphand de strijkstokhouding op en steek je linker pink door de punt van de strijkstok om deze zo op te tillen. Wapper met je rechterhand in de strijkstokhouding. Belangrijk is hierbij dat de beweging losjes vanuit de pols is, alsof je na het handen wassen het water van je handen schudt. Het is belangrijk dat de vingers los, rond, ontspannen en in beweging zijn.

Oefening 7: Op de snaar

Bouw met een hulphand de strijkstokhouding op en bewaar de strijkstok rechtop. Bij het rechtop bewaren van de strijkstok is de belasting voor de hand het kleinst en zal de strijkstokhouding waarschijnlijk het beste intact blijven. Zet de viool op juiste wijze op de schouder en zet de strijkstok iets boven het midden van de stok op de snaren. Til de stok van de snaar en zet deze weer neer. Ontspan daarna even en bereid je voor om de oefening te herhalen. Deze oefening hoort geen geluid te geven.

Hulpmiddelen

Bow Hold Buddies

Op de markt zijn diverse hulpmiddelen te koop om de strijkstokhouding vanaf het begin correct te krijgen. Wellicht de meest bekende zijn de bow hold buddies. De bow hold buddies zijn twee plastic onderdelen. Het onderdeel in de vorm van een kikker wordt op de slof geplaatst en houdt de wijsvinger en middelvinger op de correcte plaats. De plaats is aan te passen door de kikker te verplaatsen op de strijkstok. Het onderdeel in de vorm van een vis wordt over de schroef geplaatst en zorgt ervoor dat de pink op de juiste plaats op de strijkstok staat en rond is. De bow hold buddies dwingen de hand als het ware in de strijkstokhouding te blijven. Als iemand gewend is aan de houding worden de buddies verwijderd en is de veronderstelling dat de hand getraind is en in de juiste strijkstokhouding blijft. Voor een eerste les (of eerste paar lessen) is met deze hulpmiddelen een zeer snel resultaat te behalen. Want het zorgt voor een direct (schijnbaar!) juiste strijkstokhouding. Het is echter niet gezegd dat de onzichtbare aspecten van de strijkstokhouding, zoals balans en ontspanning, ook in orde zijn.

Het nadeel van deze hulpmiddelen is dat je niet een strijkstokhouding leert ontwikkelen die bij je eigen bouw en motoriek past. Je leert niet zelf balans vinden, bijvoorbeeld van de pink.

De makers claimen dat het jaren kan kosten om een stabiele, effectieve en flexibele strijkstokhouding te ontwikkelen en dat met de buddies zeer veel tijd en lesgeld bespaard wordt. Ik vraag me echter af wat een iemand precies leert van deze buddies… ik denk dat er een strijk- stokhouding ontstaat die in de buurt komt van een goede houding. Aan de andere kant denk ik dat het nog steeds jaren kost om een stabiele, effectieve en flexibele strijkstokhouding te ontwikkelen.

Persoonlijk zou ik buddies alleen gebruiken als het je niet lukt om met de voorgaande oefeningen een goede strijkstokhouding te krijgen. Buddies zijn geen vervanging van het op een logische manier opbouwen van de basistechniek. Ik zou de buddies als plan B zien. Bij het achteraf corrigeren van een verkeerd aangeleerde strijkstokhouding kunnen de buddies wellicht wel effectief zijn om de juiste houding echt motorisch te laten opslaan.

Likdoornpleisters

Een minder ‘rigoureuze’ variant van de bow hold buddies is het plakken van twee likdoorn- pleisters op de strijkstok. Ik bedoel hierbij vilten rondjes met een gat in het midden. Één pleister wordt geplakt op de plaats waar de pink op de strijkstok komt en de andere waar de duim op de strijkstok komt. De vingers blijven zo gemakkelijker op de goede plaats zitten. Mijn punt van kritiek hierop is hetzelfde als bij de buddies: het is een plan B… plan A zijn nog steeds de boven beschreven opbouw en oefening. Als je er echt niet uitkomt en het wil echt niet vorderen, dan kan een hulpmiddel wellicht de oplossing zijn. Ik vind in dat geval likdoornpleisters de voorkeur verdienen boven buddies, omdat ze de hand minder in een bepaalde houding dwingen en meer zelfstandigheid vereisen.

LET OP: De likdoornpleisters zijn mogelijk moeilijk te verwijderen de lijm kan de strijkstok beschadigen. Het beste is zelf een alternatief te maken.

Achteraf de strijkstokhouding corrigeren

De bovenstaande opbouw, oefeningen en methodes heb ik vooral beschreven om te laten zien hoe een goede strijkstokhouding wordt opgebouwd. Ze kunnen echter ook goed van pas komen bij het corrigeren van een verkeerde strijkstokhouding. Afhankelijk wat het ‘euvel’ is kunnen oefeningen geselecteerd worden door je docent of door jezelf.

Wil je meer weten?

Klik hier om mijn video te kijken over het opbouwen van een goede ontspannen strijkstokhouding.

Klik hier om mijn video te kijken met 4 tips om goed te leren strijken.

Klik hier om mijn uitgebreide artikel te lezen over strijkstokhoudingen door de eeuwen heen.

Goed leren strijken met een mooie klank ligt niet alleen aan je eigen speltechniek en hoeveel je oefent, maar een goede strijkstok is ook van groot belang. Een strijkstok kan je helpen in de vorderingen in je vioolspel of juist tegenhouden.